Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want het weinige, dat gij [39]voor mij gehad hebt, dat is tot een menigte [40]uitgebroken; en de HEERE heeft u gezegend [41]bij mijn voet; nu dan, wanneer zal ik ook [42]werken voor mijn huis? 39. Dat is, voor mijn komst. Alzo onder, hfdst.32 vs.3. 40. Zie van de eigenschap van dit woord boven, hfdst.28 vs.14. 41. Dat is, nadat ik uw zaken beleid en belopen heb; of sinds ik mijn voet in uw huis gezet heb. 42. Of, wat doen voor mijn huisgezin.